Sharia en Jihad: Godsdienst en ideologie


Dieslezing voor de studievereniging ELSA in Leiden, 13 juni 2013


Toen ik op de middelbare school zat, werd daar Grieks, Latijn, Bijbels Hebreeuws, wiskunde, biologie, natuurkunde en meer van dat soort vakken onderwezen. Daar heb ik wel baat bij gehad, geloof ik. Maar tegenwoordig, heb ik de indruk, is biologie vervangen door lesmappen over de opvang van zeehondjes in Pieterburen; Grieks en Latijn door een lesmap over de onderdrukking van de vrouw in de klassieke oudheid; en natuurkunde door een rijk geïllustreerde projectmap over duurzaamheid die gratis ter beschikking wordt gesteld door het partijbureau van de Groene Khmer. 


De vraag doet zich nu voor of het aan de universiteiten de afgelopen decennia net zo gegaan is als in het middelbaar onderwijs? Ik vrees eigenlijk van wel. Het ziet er al te vaak naar uit dat ook binnen de universiteiten progressief politiek correct gewauwel de plaats van onderwijs en onderzoek verregaand heeft ingenomen. In Amerika in ieder geval wel, lees daarover het prachtige boek van Bruce Bawer uit 2012, The Victims’ Revolution: The Rise of Identity Studies and the Closing of the Liberal Mind, een adembenemende gedocumenteerde kroniek van de postmoderne academische gekte die ook Nederland en de rest van de westerse wereld in zijn greep dreigt te krijgen. En vergeet ook een al wat ouder boek van Ben Shapiro niet: Brainwashed: How Universities Indoctrinate America’s Youth, 2004.


Het onderscheid tussen boeken die in de UB horen te worden opgeborgen, en lesmappen die horen te worden weggegooid, is ook aan een moderne universiteit niet helemaal meer duidelijk. Met name bij criminologie en strafrecht, maar ook bij andere maatschappij-wetenschappen, krab ik mij wel eens achter de oren, en heus niet alleen vanwege de gepubliceerde meningen van mijn oude vriend Professor Tom Schalken, sinds het Wildersproces een bekende Nederlander.


Deze gezaghebbende jurist stelde, ongetwijfeld na diepgaand onderzoek, tijdens een wetenschappelijk congres dat een sexueel getinte streling nog geen verkrachting of pedofilie is. Hij is een ruimdenkend mens, begrijp ik hieruit, een man die waarachtig begrip heeft voor het anders-zijn van de ander, met een goed oog voor het slachtofferschap van de dader. Ik huiver overigens als ik er over nadenk hoeveel computercapaciteit er gebruikt moet zijn om zijn gewaagde stelling over de streling na te rekenen. Maar misschien, valt me zo maar in, zou ik eens een vorkje moeten prikken samen met deze eminente geleerde in wiens schaduw ik niet kan staan. 


Behalve Professor Schalken en Doctorandus Bertus Hendriks, cateraar en tevens sommelier van de Nederlandse rechterlijke macht, heb ik nog wel meer oude vrienden. Een van hen, de Leidse hoogleraar Maurits Berger, heeft ook iets ontdekt dat qua belangrijkheid echt thuis hoort naast prestaties als  die van natuurkundigen als Lorentz en Kamerlingh Onnes. Die elegant gekwantificeerde ontdekking van professor luidt dat de islamitische sharia voor 95% gelijk is aan het Nederlands recht!


Professor Berger heeft 4 juni jongstleden in de Lorentzzaal in het Kamerlingh Onnesgebouw in Leiden de nieuwste bevindingen over de sharia en het westen mogen toelichten want hij had een aantal artikelen daarover weten te bundelen. Dat is natuurlijk knap werk, toponderzoek eerste klasse, maar eerlijk gezegd, dat bundelen van artikelen die door anderen zijn geschreven is wel heel goed te doen als je een nietapparaatje in huis hebt. Of gaat het toch niet om een echt boek maar om een lesmap?


Helaas, er hadden zich de laatste tijd op het gebied van de sharia-studies zo veel belangwekkende nieuwe ontwikkelingen voorgedaan dat bij deze bijeenkomst van 4 juni er geen gelegenheid meer was vragen te stellen over de grote 95%-vondst waaraan professor zijn benoeming deels of geheel dankt.


Het verschil met de legendarische Leidse Arabist Christiaan Snouck Hurgronje, die 1884-1885 tot in Mekka heeft weten door te dringen, is wel erg groot. Snouck heeft van 1906 tot 1936 in Leiden Arabisch en islamkunde onderwezen. Deze academische negentiende-eeuwse James Bond heeft in een van zijn publicaties gesteld dat beroepsmoslims, zo lang zij de jihad prediken, ‘gevoelig geslagen’ moeten worden, omdat een compromis met zulke predikanten nimmer mogelijk zal blijken te zijn. Jihad is, zoals u weet, een onderdeel van de sharia. Er is geen sharia-handboek dat de Jihad niet behandelt. De Jihad, leert de islam, is een plicht van iedere moslim, net als het gebed of de bedevaart naar Mekka.


Snouck was in zijn tijd de adviseur in islamzaken van de Nederlandse regering. Hij was niet alleen als onderzoeker iemand die jaar in jaar uit in de Gele Trui op zijn vakgebied reed, hij was ook een gevreesd polemist en  columnist, om eens een modern woord te gebruiken, die regelmatig in kranten schreef (die in zijn tijd nog niet gelijkgeschakeld waren). Zijn uitspraken en publicaties zouden hem vandaag de dag in ernstige moeilijkheden brengen, zowel met de PvdA, de VVD als D66, om van Mr Schalken nog maar te zwijgen. En u weet, als u ingaat tegen wat de belangrijkste politieke partijen in Nederland van oordeel zijn, dan staan rechtbank en gerechtshof als bij toverslag klaar om uw nieren te proeven.


Mocht de Officier  van Justitie zijn gezonde verstand bewaard hebben, en niet tot vervolging willen overgaan, dan is daar altijd nog de procedure ex art. 12 Sv, en sta me een voetnoot toe: die artikel 12 procedure is een belangrijke bijdrage aan ons Nederlands recht, ontsproten aan de vruchtbare pen van de zojuist genoemde strafrechtgeleerde Tom Schalken.


Maar ter zake. Snouck zou als hij de afgelopen tien jaar in Leiden actief was geweest, terstond met vervroegd pensioen gestuurd zijn wegens acute islamofobie. Schalken zou zeker een rechtbank bevolen hebben Snouck voor het hekje te brengen voor overtreding van art. 137 Wetboek van Strafrecht, en wel op grond van Snouck’s ganse en gigantische oeuvre dat qua taal wel iets op Multatuli lijkt (en dus nog steeds heel goed leesbaar is) en qua omvang en niveau ver uitsteekt boven dat van zijn brave opvolgers en opvolgsters. Vooral het polemische pamflet ‘Mr. L.W.C. van den Berg’s beoefening van het Mohammedaansch Recht’ uit 1884 kan ik u van harte aanraden.


Heeft Snouck overdreven toen hij het over jihad had? Om die vraag te beantwoorden moeten we een paar dingen helder krijgen die de gemiddelde stemmer op D66 liever in het duister gehouden ziet – om van de Leidse referendum-liefhebber Alexander Pechtold nog maar te zwijgen. Het westen, heeft Solzjenitsin ooit geschreven, maar toen had hij het over het communisme, wil de waarheid pas kennen als dat niet meer nodig is.


Want hoe zit het? Ik hoef niet uit te leggen dat ‘de Russen’ en ‘het Kremlin’ niet hetzelfde zijn. Bijna iedereen begrijpt ook al snel dat ‘het Vaticaan’ en ‘de katholieken’ niet hetzelfde zijn. Het is, bijvoorbeeld, niet mogelijk met het Vaticaan een compromis te sluiten over abortus en euthanasie. Met de katholieken in Nederland is dat daarentegen heel goed mogelijk. Voor het bereiken van zulke compromissen is het CDA, vroeger de KVP, in het leven geroepen. Het bereikte compromis is niet fantastisch, maar we moeten er maar mee leven – en sterven. Maar er is een compromisregeling uit de bus gekomen, ook al acht het Vaticaan die regeling onjuist en onmenselijk.


Ook in het debat over de Jihad is het noodzakelijk om een onderscheiding te maken als de onderscheiding tussen ‘Vaticaan’ en ‘katholieken’. Een compromis met de islam en de beroepsmoslims over de Jihad is evenmin mogelijk als een compromis met het Vaticaan over abortus. Met de gewone moslims daarentegen is een compromis waarschijnlijk wel mogelijk. Een verschil tussen katholieken en moslims is natuurlijk dat de beroepsmoslims door ‘gewone’ moslims gevreesd worden. Niet voor niets is ‘haatbaard’ het koosnaampje geworden voor de leden van het gilde van de beroepsmoslims.


Het Vaticaan mocht willen dat het de katholieken even goed onder de duim had als de beroepsmoslims de andere moslims in hun greep hebben. Maar helaas voor Rome zijn de katholieken niet even gehoorzaam en volgzaam. Anderzijds, de beroepsmoslims en de haatbaarden staan sterk, want zij beschikken immers in de regel over een vastberaden activistische aanhang, ook wel de testosteronbrigade genoemd, die niet aarzelt moslims en anderen hardhandig op betere gedachten te brengen, denk aan het lot van Ayaan Hirsi Ali of Theo van Gogh.


Een politicus die er op hamert dat we verschil moeten maken tussen islam enerzijds en de moslims anderzijds, heeft dan ook een punt, maar wanneer je denkt dat het Vaticaan en de katholieken hetzelfde zijn – dan is het onzin. Wat de islam leert en voorschrijft, dient geanalyseerd en bekritiseerd te kunnen worden, net zoals dat met andere godsdiensten ook gebeurt.


In Leiden is de studie (en dus ook kritische beoordeling) van godsdiensten al eeuwen een drukbeoefende tak van sport, zo zeer zelfs dat sommige studies in exotische talen vaak meer gaan over de godsdienst van de sprekers van die talen dan over de grammatica van die talen. Ook buiten Leiden, in de grotemensenwereld van Oxford, Berlijn, Parijs en Harvard is dat trouwens het geval.


Raar is dat niet, overal ter wereld wordt aan universiteiten in de studie van een exotisch taalgebied de godsdienst al snel beschouwd als het interessantste en meest controversiële verschijnsel in dat taalgebied. Zelfs bij een gewone Europese taal als het Russisch was dat in zekere zin het geval: de Leidse slavist Karel van het Reve heeft veel gepubliceerd over de polemieken die binnen de Sovjet-Unie gevoerd werden tegen het communisme, terwijl er toch waarachtig geen gebrek is aan Russische romans – waar Karel van het Reve trouwens ook over gepubliceerd heeft.


Alleen, de communistisch-marxistische ideologie  nam onder de bestuurselite van de Sovjet-Unie grotendeels de plaats van godsdienst in. Het Marxisme speelde in de SU de rol die het multiculturalisme in de Europese Unie speelt, het was onder de heersende klasse de dominante ideologie, zo niet religie. Dat communisme was dus automatisch interessant in de ogen van een academicus die zich met het Russische taalgebied bezig hield – zij het dat ook Karel van het Reve om die belangstelling en om zijn meningen ter zake verketterd werd door de adel en de clerus van de toenmalige Linkse Kerk, die destijds overigens heel wat minder macht had dan tegenwoordig. Maar Karel van het Reve werd er nooit van beschuldigd dat hij de Russen discrimineerde of beledigde, of haat jegens hen zaaide.


De westerse academische traditie werd van oudsher gekenmerkt door een nietsontziende nieuwsgierigheid, ook naar de eigen westerse godsdiensten. Dat is allemaal iets heel anders dan het discrimineren of beledigen van de aanhangers van die godsdiensten, laat staan dat het neerkomt op haatzaaien tegen wie dan ook. Haatzaaien tegen de Romeinen door een nietsontziende studie van Jupiter en Venus?


Wie kritiek op godsdienst wil afschaffen, moet de inhoud van de halve Universiteitsbibliotheek laten verbranden, en natuurlijk niet alleen de inhoud van de UB in Leiden, maar boeken, tijdschriften en manuscripten in academische bibliotheken in de gehele vrije wereld. Desgewenst kan dat, ook al is het slecht voor het milieu en bevordert het de uitstoot van CO2, maar het is wel van een al eeuwen niet meer vertoonde barbaarsheid.


In Nederland is de discussie over Jihad en islam geïncarneerd in een duidelijke vraag: is de islam een godsdienst of een ideologie. Dat is van belang, omdat we in Nederland van oudsher wel vrijheid van godsdienst kennen, maar vrijheid van ideologie – daar staat het anders mee. Er is ten minste één ideologie die in Nederland niet toegelaten wordt, die van de Duitse nationaal-socialisten. Vrijheid van ideologie is hier te lande derhalve niet absoluut, en elke ideologie dient op zijn eigen waarde en consequenties beoordeeld te worden.


Het is nooit strafbaar om een ideologie of religie toegedaan te zijn die uitsluitend uit ideeën en gedachten bestaat, er is immers vrijheid van mening, maar zodra er handelingen dienen te worden uitgevoerd, zijn die handelingen onderworpen aan beoordeling naar de normen van het geldende strafrecht. Ik mag best geloven dat mensenvlees eten heilzaam is, maar als ik één van u opeet, heb ik toch een probleem.


Voor we verder gaan: wat is een ideologie, en wat is een godsdienst. Een godsdienst bestaat uit een verzameling van vier andere verzamelingen: een collectie niet toetsbare geloofspunten, een collectie gedragsregels, een collectie liturgische handelingen die (slordig geformuleerd:) dienen ter aanbidding van God, en een organisatie van dominees, predikanten, bisschoppen, goeroes, ayatollahs, pastoors of rabbijnen. Die organisatie van professionals houdt het geheel bij elkaar. Geloof, gedrag, aanbidding, organisatie.


De staat heeft uiteraard geen zeggenschap over de geloofsregels of over de manier waarop gelovigen God willen aanbidden, maar bij de andere twee punten, gedrag en organisatie, ligt het anders. Als de gedragsleer van een godsdienst zou gaan voorschrijven om ongelovigen te bedriegen, te doden of te beroven, dient een moderne overheid in te grijpen. Als het gilde van beroepsgelovigen zich zou gaan richten op bijvoorbeeld mensenhandel of een staatsgreep zou voorbereiden of geslachts-gemeenschap met jonge kinderen wil faciliteren, ook dan heeft een moderne overheid een taak.


Een ideologie daarentegen is iets anders dan een godsdienst, ook al liggen de twee dicht bij elkaar. Een ideologie wil de maatschappij op de schop nemen met de bedoeling de maatschappij te verbeteren. Een ideologie wil een rechtvaardiging bieden voor het antwoord op de vraag ‘wie is er hier de baas’. Een ideologie zoekt ook naar goede en aannemelijke rechtvaardigingen voor de maatregelen die deze baas en zijn hovelingen en kameraden treffen. Een ideologie kan bijvoorbeeld streven naar onafhankelijkheid, of naar wereldvrede, of naar sociale rechtvaardigheid, waarbij dan meteen moet worden aangetekend dat ‘sociale rechtvaardigheid’ per definitie iets anders is dan gewone ‘rechtvaardigheid’, anders was het bijvoeglijk naamwoord ‘sociaal’ in ‘sociale rechtvaardigheid’ immers overbodig.


Nu de islam. De koran is een oud boek waarvan moslims geloven dat het door God geopenbaard is aan Mohammed. Mohammed heeft waarschijnlijk geleefd van ongeveer 570 tot 632. De koran, geloven moslims, is het woord van God. De koran gebiedt de toehoorders of lezers vele malen om te strijden. Mag ik één keer het Arabisch citeren: kutiba عalaykum al-qitaal, Koran 2:216, ‘Te strijden is u voorgeschreven’. Dat strijden, blijkt uit de context van deze en andere passages, betekent ‘bevechten en proberen te doden, of eventueel gevangen te nemen’. Van oudsher worden krijgsgevangenen tot slaaf gemaakt, dus dat ‘strijden’ komt neer op doden of tot slaaf maken. ‘Strijden’, qitaal, betekent hier niet ‘in de week voor de verkiezingen met pamfletjes langs de deur gaan’ of ‘stukjes op een blog schrijven’.


De islam geeft bovendien een derde mogelijkheid naast gedood worden of als slaaf worden verkocht: de verliezer mag als belastingslaaf voor de overwinnaar werken. De islam heeft alle drie deze methoden toegepast, want de moslims zijn niet in Mekka en Medina blijven zitten, maar te velde getrokken tegen de rest van de toenmalige wereld. Ze zijn gestopt bij Poitiers in 732, bij Rome in 849, bij Lepanto in 1571 en bij Wenen in 1683. Tot zover de golf van jihad-oorlogen die gemaakt heeft dat de islamitische wereld zijn huidige omvang heeft gekregen.


De koran is een oud boek, en die oorlogen zijn inmiddels lang geleden. Bovendien is ook in de theorie van de islam zelf de letterlijke tekst van de koran niet (zoals misschien de bijbel in de theorie van het protestantisme) de meest bepalende of enige tekst voor wat de islam wel en niet voorschrijft. Een leek kan de voorschriften van de islam niet zelfstandig uit de koran afleiden, daarvoor heeft hij de hulp en de uitleg nodig van juridisch onderlegde geleerde beroepsmoslims. Hun boeken en collegedictaten zijn niet zoals de koran afkomstig uit andere tijden, maar die worden nog regelmatig nieuw aangemaakt.


Je kunt jaren lang de koran bestuderen, en dan weet je nog steeds niets over de islam, net zoals jaren bijbelstudie weinig informatie oplevert over kerkeraden, psalmgezang, pauskeuze en het celibaat of enige andere belangrijke kwestie binnen het hedendaagse christendom. Wil je weten wat de islam van je wil, wil je de aspiraties van de islam leren kennen, dan moet je allereerst de sharia bestuderen.


De sharia, het islamitisch recht, is wel gebaseerd op onder andere de koran maar volgt die niet slaafs. De voornaamste reden hiervoor is het verschil in inhoud tussen de koranverzen uit verschillende perioden van Mohammeds carrière. In de slotperiode van Mohammeds leven in Medina is de korantekst anders van inhoud en strekking dan in de beginperiode van Mohammed in Mekka. In Mekka (610-622) vraagt de koran om godsdienstvrijheid voor de aanhangers van de islam, maar in Medina (622-632) roept de koran de moslims op de wapenen op te nemen tegen andersdenkenden. Een ander voorbeeld: In Mekka is de koran positief over wijn, in Medina wordt wijn verboden. En zo voort. Uiteraard beschouwen de moslimjuristen de teksten uit de latere periode in Medina bindend, en kunnen teksten uit Medina de eerdere teksten uit Mekka ‘opheffen’ of ‘abrogeren’.


Hoe het ook zij, de koran is een tekst uit vroeger tijden en uit een andere wereld, maar met de sharia is het anders gesteld: er verschijnen steeds weer nieuwe teksten die de inhoud van de sharia verduidelijken en beschrijven, ook in Nederland. Welk standpunt de sharia kiest, is uit de koran niet op te maken, dat is het terrein van de juridisch onderlegde beroepsmoslims die in het Nederlands meestal Imam worden genoemd. 


Wat zegt de sharia nu over de Jihad? De sharia leert nog steeds, tot op de dag van vandaag, dat het strijden tegen de ongelovigen een plicht is waarmee een moslim zich aanzien kan verwerven bij andere moslims, en, vooral: dat de vervulling van de plicht tot Jihad door God rijkelijk beloond zal worden. Vrede is alleen mogelijk in de vorm van een tijdelijke wapenstilstand: de plicht tot strijd blijft onverminderd bestaan.


Het doel van de strijd is de onderwerping aan de sharia, het systeem van islamitisch recht dat de bolleboos Maurits Berger hier in Leiden in zijn portefeuille heeft. Die sharia is niet mals voor wie geen moslim is. Wie geen moslim is, heeft onder de sharia geen rechten, maar het is de moslims niet verboden enkele gunsten aan hen te verlenen. Hoe zo’n rechtssyteem voor 95% identiek kan zijn aan het onze, is me een raadsel, maar indien 2+2 5 is, dan klopt het als een bus. Die gunsten die de islam aan de overwonnenen verleent, of niet verleent, dit ter keuze van de overwinnaar, worden wijd en zijd aangehaald als bewijs voor het tolerante karakter van de islam.


Hoewel de juichaapjes bij de staatsmedia zulke kletskoek over de tolerantie van de sharia graag horen en doorgeven, is het misleidende propaganda – net zoals het voortdurend citeren van de koranverzen die godsdienstvrijheid vragen voor de moslims in het antieke Mekka, om daarmee te bewijzen dat de islam godsdienstvrijheid voorstaat. De sharia staat geen godsdienstvrijheid toe in enige betekenis van dat woord, en dat blijkt zonneklaar uit de koranverzen uit de periode van Medina, en uit de maandelijks overal ter wereld nieuw aangemaakte shariahandboeken, ondanks wat de koranverzen uit de Mekkaanse periode daarover zeggen.


De islam wil de maatschappij op de schop nemen om de sharia in te voeren, en is dus niet alleen een godsdienst maar ook een ideologie. De invoering van de sharia is ongunstig voor wie geen moslim is, of vrouw, of kind, of slaaf. Ik stel dan ook voor niet na te denken over het lot dat de sharia in petto heeft voor een slavin die nog een kind is, en geen moslim.


De regels van de sharia zijn rechttoe rechtaan in strijd met het Nederlands recht, en met de inhoud van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Een van de grootste nadelen van de sharia is dat delicten niet scherp maar juist heel losjes omschreven zijn, wat in strijd is met ons nulla poena sine lege principe. De sharia-wetten bevatten vele wonderlijke mazen. De keus is groot, ik noem er slechts twee: een ouder die zijn of haar eigen kind doodt, is niet strafbaar; de man kan niet alleen eenzijdig zijn vrouw verstoten, maar hij kan die verstoting ook eenzijdig herroepen, zelfs zonder het de vrouw mede te delen. Kan je met zulke mazen nog wel van een rechtssysteem spreken, dient u zich bezorgd af te vragen.


Maar een verstoten vrouw weet dus nooit of ze nu gescheiden is, en dus weer huwbaar, of niet. Zal ik u uitleggen wat dit betekent in combinatie met de doodstraf door steniging die de islam voorschrijft voor buitenechtelijk geslachtsverkeer dan wel bigamie (indien gepleegd door vrouwen)? Of kunt u als jurist dat zelf wel bedenken? De standaard-verzameling van alle narigheid die door de sharia mogelijk gemaakt wordt, staat opgesomd in een boek van vele honderden bladzijden van de hand van de Indiase geleerde en journalist Arun Shourie, aan wie ik veel dank verschuldigd ben. Ik denk niet dat dit boek, Islam in Action, in het brave Leiden tot de voorgeschreven of aangeraden literatuur behoort. 


Bij dat idiote Wildersproces ging het tijdens de verhoren van de getuigen-deskundigen door de rechter-commissaris vooral om dit soort kwesties. Het was verstandig van de rechtbank deze verhoren niet in het openbaar te laten plaats vinden, maar achter gesloten deuren. Het was immers een proces tegen Wilders, niet een proces over de islam of tegen de sharia, en als deze verhoren in het volle licht van de openbaarheid plaatsgevonden zouden hebben, zou dat niet hebben bijgedragen aan de demonisering van Wilders. Het zou daarentegen wel hebben bijgedragen aan de zorgen over de sharia en de jihad die toch wel al bij veel burgers van de vrije wereld zijn gaan leven.


De ideologie van de Jihad is in handen van een staat behoorlijk problematisch, maar in principe zou het westen een jihad-oorlog tegen elke islamitische staat gemakkelijk winnen. Ik herinner aan de zesdaagse oorlog van 1967, waar alleen al het kleine Israel een handvol Arabische staten verpletterend verslagen heeft. Zoiets kan, desgewenst, nog wel een keer.


Sinds Osama ben Laden is er evenwel een extra probleem. Niet alleen staten maar ook NGO’s als Al-Qaeda voeren jihad, en zelfs individuen als Mohammed Bouyeri in de Linnaeusstraat, waar mijn vriend Theo van Gogh vermoord is. Dat er moslims zijn die Jihad als hun individuele plicht zien, maakt de aanwezigheid van grote aantallen moslims in de vrije wereld problematisch: immers, een percentage of eventueel slechts een promillage van deze mensen zal de jihad als een individuele plicht willen beschouwen, net zoals Osama ben Laden dat heeft voorgeleefd.


Het spijt me, maar het is niet anders: zolang substantiële aantallen moslims de jihad ter invoering van de sharia als een individuele plicht beschouwen, of zelfs als een collectieve plicht, is de islam meer een ideologie dan een godsdienst, en hebben moslims die te fatsoenlijk en te humaan zijn om aan de jihad deel te nemen, en met hen iedereen in de vrije wereld, een gigantisch probleem.